1. Een optische zoom laat je toe om de originele omkadering van het beeld te behouden. De hele scène wordt vergroot en het beeld blijft heel scherp omdat de optische zoom niets verandert aan de resolutie.
   
   
2. Een digitale zoom is krachtiger en laat je toe om een verafgelegen onderwerp dichtbij te brengen. Dit heeft wel invloed op de scherpte van je foto, want het beeld wordt opnieuw gekadreerd en wordt kleiner. Ook de resolutie kan eronder lijden als de oorspronkelijke grootte wordt behouden door interpolatie (het toevoegen van pixels). De vergroting wordt uitgedrukt in gradaties, bv. 2x of 3x. Een 2x optische zoom brengt een onderwerp 2x zo dichtbij als een normale focus. Voor amateurfotografen is een 5x optische zoom voldoende om verafgelegen onderwerpen te fotograferen zonder kwaliteitsverlies.

De ISO-waarde geeft weer hoe lichtgevoelig de sensor kan worden ingesteld. Wil je foto’s nemen bij weinig licht zonder flits? Dan raden we je een toestel aan met een ISO-waarde van 12.800 of hoger. Zo'n hoge ISO-waarde zorgt soms wel voor ruis op je foto’s. Wil je scherpe foto’s maken of ze later uitvergroten? Dan kies je het best voor een lage ISO-waarde. De meeste toestellen hebben als laagste ISO-waarde 100.

Dankzij bluetooth kan je twee toestellen die zich dicht bij elkaar bevinden, draadloos laten communiceren. Zo kan je bv. een draadloos bluetooth-klavier koppelen om gemakkelijk tekst in te geven, of het geluid doorsturen naar een draadloze hoofdtelefoon of soundbar.

Als de bluetooth-verbinding enkel dient voor de afstandsbediening van het toestel, kan het niet voor andere zaken dienen. Het voordeel van een bluetooth-afstandsbediening is dat deze werkt zelfs doorheen een muur of het deurtje van een meubelkast bv. Je hoeft de afstandsbediening dus ook niet meer naar het toestel te richten.

Dit is het aantal foto’s dat je kan nemen wanneer de standaardbatterijen (of indien van toepassing alkaline AA-batterijen) volledig opgeladen zijn. Dit aantal wordt gemeten volgens de CIPA-standaard voor alle fototoestellen. In de praktijk varieert het aantal foto's naargelang de snelheid waarmee je foto’s neemt, het fotoformaat, de temperatuur, het gebruik van een lcd-scherm, de flitser, enzovoort.

• Anti rode ogen: de flitser gaat een paar keer af vóór de foto genomen wordt om het effect van rode ogen te verminderen.
  
• Auto: is er weinig licht? Dan schakelt het fototoestel automatisch de flitser in.
  
• Slow synchro: het fototoestel combineert de flitser met een lange sluitertijd. Het resultaat? Gedetailleerde foto’s waarop ook de achtergrond goed zichtbaar is.
• Aan/uit: kies zelf of je de flitser wil gebruiken.
  

Let er wel op dat je de zelfontspanner gebruikt op een statief of een stabiele ondergrond.

• Multi-point AF: het fototoestel analyseert verschillende punten en bepaalt zelf waarop het moet scherpstellen.
• Center of Spot AF: jij kiest waarop het toestel moet scherpstellen.
• iESP: zoals Center AF, maar schuift indien nodig het autofocuspunt op om beter te kunnen scherpstellen.
  
• Face Detection of Face Tracking: het toestel herkent zelf gezichten en stelt hierop scherp.
• Tracking AF/Continuous AF/AFC: je toestel blijft scherpstellen op het onderwerp in beweging. Zo maak je verschillende scherpe foto's na elkaar.
• Target Finding AF: zoekt zelf het autofocuspunt.
• Auto Focus Single (AFS): houdt geen rekening met bewegingen.
• Auto Focus Flexible (AFF): als het onderwerp beweegt, wordt de focus gecorrigeerd.
  * AF Macro: laat je toe om tot heel dicht bij je onderwerp te komen.