Een wasdroger kopen

Binnen ons ruime aanbod heb je keuze uit verschillende types droogkasten. Er is voor elk wat wils:

• Droogkasten met evacuatie
• Droogkasten met condensatie
• Drooglasten met een warmtepomp
• Hybride droogkasten
• Professionele wasdrogers

Ontdek ons hele gamma.

Beschikt je droogkast over 10 verschillende programma’s? Dat heeft een reden! Gebruik je programma’s juist om je kleren langer te bewaren.

Komen je hemden gekreukt uit de droger? Onze tip: kies het programma “Overhemden” of “Strijkdroog”. Haal je hemden meteen na het programma uit de droogkast, ze zijn dan nog een beetje vochtig. Hang ze op een kapstok en de kreuken verdwijnen vanzelf door het gewicht van het nog aanwezige vocht. Handig, toch?

• Kies “Kastdroog” voor overwegend dun wasgoed (zoals T-shirts). Dit bespaart ook energie.
• Kies “Extra droog” voor dikker wasgoed.

Aandacht schenken aan de etiketten in je kledij, dat lijkt soms overbodig... Maar als je het wel doet, voorkom je problemen! Om je kleren zo goed mogelijk te bewaren is het dus belangrijk om hun etiketten correct te lezen.

1. De 2 puntjes in een cirkel geven aan dat er geen bijzondere beperkingen zijn voor het gebruik van de drogen.
2. 1 puntje in een cirkel betekent drogen bij gematigde temperatuur en snelheid.
3. Een cirkel met een kruis erdoor betekent dat het kledingstuk niet in de droogkast mag.

 

Met enkele eenvoudige handelingen beperk je je energieverbruik: 

• Een droogkast heeft verluchting nodig. Hoe meer verluchting, hoe korter het droogprogramma. Een goed geventileerde en niet te warme ruimte zorgt ook voor een lager energieverbruik en een beter eindresultaat. Wanneer je droogkast in een te warme ruimte staat (+25°C), zal de droogtijd aanzienlijk stijgen door een minder goede afkoelluchtstroom voor de warmtewisselaar. Bij een warmtepompdroogkast is de regel dat hoe kouder de omgevingstemperatuur hoe minder rendement het toestel heeft, de ideale omgevingstemperatuur is kamertemperatuur)
• Centrifugeer je wasgoed op het hoogste toerental in de wasmachine. Zo hoeft je wasgoed minder lang te drogen en verbruik je minder energie.
• Vul je droogkast volledig, zonder het maximum vulgewicht te overschrijden. Droog zwaar wasgoed, zoals jeans en handdoeken apart, zodat alle wasgoed homogeen droogt.
• Hou rekening met een afkoelfase en laat minstens 2 uur tussen 2 droogbeurten. Wanneer je het toestel te snel weer inschakelt, zal het langer draaien door een mogelijke oververhitting. Dit vergt meer energie.

De filters vangen de stofdeeltjes en pluisjes op die afkomstig zijn van de kledingstukken. Na elk droogprogramma moet je ze reinigen. Zo hoef je ze nooit te vervangen.

• Verwijder de grootste pluizen met je hand.
• Spoel de filters onder stromend water en zonder zeep. Kijk of het water vlot door de filters loopt om te weten of ze voldoende proper zijn.
• Dikke “sponsfilters” mag je in de wasmachine reinigen. Kijk dat wel eerst even na in de handleiding.
• Houd de droge filters na het reinigen in het licht. Je moet de lichtstralen nu door de filters kunnen zien.

De trommel reinigen

Reinig makkelijk de binnenkant van je droogkast en de elektronische sensoren met een inox cleaner.

Condensatiedroogkasten zijn uitgerust met een condensor die de warme lucht van de trommel in condenswater omzet. Meestal bevindt hij zich links onderaan je droogkast, achter een deurklepje. Zorg ervoor dat de lucht vrij kan circuleren langs de wanden van de condensor. Reinig de condensor regelmatig (ongeveer elke 3 maanden 5 à 10 minuten). Hieronder leggen we je eerst uit hoe je dat doet voor een gewone condensdroogkast, daarna krijg je het stappenplannetje voor warmtepompdroogkasten. Er bestaan trouwens ook droogkasten met een zelfreinigende condensor. Specifieke richtlijnen vind je in je handleiding.

Condensdroogkasten

• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Open het klepje onder aan de droogkast: de condensor zit achter dit luik.
• Draai aan de vleugelschroef om de condensor eruit te halen (opgelet, die kan water bevatten).
• Verwijder de meest zichtbare pluisjes met een zachte doek.
• Spoel de condensor af onder de kraan en houd daarbij rekening met de richting waarin het water wegloopt (van de voorkant – de kant van het klepje – naar de achterkant uit aluminium).
• Laat de condensor volledig drogen.
• Reinig ook het klepje van de condensor met een zachte doek.

Warmtepompdroogkasten

• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Open het klepje onder aan je toestel en haal de filter en de filterhouder eruit. Daarachter zit de condensor. Die kun je niet uit de droogkast halen.
• Reinig de voorkant van de condensor met een proper verfborsteltje. Wrijf zachtjes van boven naar beneden over de lamellen van de condensor om het stof te verwijderen. Opgelet: met horizontale bewegingen kan je de warmtewisselaar ernstig beschadigen.
• Is het stof verdroogd? Begin dan niet harder te drukken met het borsteltje, maar maak het stof weer nat, bijvoorbeeld met een plantensproeier.

3 eenvoudige handelingen volstaan op het einde van het programma:

• Haal het wasgoed uit de droogkast: als het wasgoed te lang in de droogkast blijft zitten, zal het het restvocht absorberen. Hierdoor kan je wasgoed onfris ruiken.
• Reinig de filters: verwijder de pluisjes na elk gebruik en spoel de filters 1x per maand uit met water om verstoppingen te voorkomen.
• Maak het waterreservoir leeg: als je droogkast een condensreservoir heeft, maak je die best leeg na elk gebruik. Zo vermijd je dat een programma onderbroken wordt omdat het reservoir vol is.

Laat de deur van de droogkast na gebruik altijd open staan. Zo kan de resterende vochtige lucht verdampen en vermijd je kwalijke geurtjes. Las steeds rustperiodes van minstens 1 uur in na elk programma om je toestel voldoende te laten afkoelen.

Plaats je droogkast op een stabiele en harde ondergrond in een goed verluchte ruimte van ongeveer 9 m². Een betonnen vloer of tegelvloer is ideaal. Tapijt is af te raden omdat de lucht dan onvoldoende kan circuleren onder je toestel.

Hou rekening met de kamertemperatuur. In een ijskoude ruimte duurt het langer om de was te drogen. De lucht in de ruimte rond het toestel moet voldoende ververst worden om de was grondig te drogen.

Als je je droogkast in de badkamer plaatst, moet ze minstens 60 cm afstand houden van de waterkranen.

Controleer of de aangegeven spanning overeenkomt met de netspanning in je huis voor je de stekker in het stopcontact steekt.

Gebruik enkel een geaard stopcontact en vermijd verlengkabels of stekkerdozen. Zorg er tot slot voor dat het netsnoer niet klem zit onder het toestel.

Er bestaan 2 types droogkasten: condensatiedroogkasten en luchtafvoerdroogkasten.

• Een condensatiedroogkast installeren : Verstel de pootjes van het toestel indien nodig om het waterpas te zetten. Als het toestel niet stabiel is of op een onstabiele ondergrond staat, heeft dit invloed op de vlotter in het toestel en kan het lampje ‘vol reservoir’ oplichten.
• Een luchtafvoerdroogkast installeren : Plaats een afvoerbuis op de opening van de droogkast. Deze opening kan links, rechts of achteraan het toestel zitten. De afvoerbuis moet minder dan 2 meter lang zijn zodat de warme en vochtige lucht niet condenseert. Ze mag maximum 1 meter hoog liggen zodat de warme lucht niet terugkeert in het toestel.

Ontdek onze afvoerbuizen voor afvoerdroogkasten

Sluit je droogkast niet aan op een schoorsteen en maak geen gebruik van het mechanische ventilatiesysteem van je huis.
Vermijd meer dan 2 bochten in de luchtafvoerbuis en maak de diameter van de buis niet kleiner.

Niets zo vervelend als kledingstukken die nog vochtig uit de droogkast komen. Hoe vermijd je dit?

• Sorteer je wasgoed volgens soort. Sommige stoffen drogen sneller dan anderen. Stop daarom alle katoenen kledij samen in de droogkast, alle jeansbroeken bij elkaar, enzovoort.
• Stop niet te veel kledingstukken in je droogkast. Hou rekening met de maximale capaciteit van elk droogprogramma.
• Kies het juiste droogprogramma volgens het type stof. Als je voor katoenen kledij het programma ‘synthetisch’ gebruikt, zal het wasgoed niet droog genoeg zijn. Bij warmtepompdroogkasten gebruik je best het 'extra droog' programma.
• Controleer in je handleiding of je de droogtegraad van je toestel kunt aanpassen.

Stopt het programma al na enkele minuten? Dan kan het zijn dat de vochtigheidsmeting verstoord wordt door stof of andere onzuiverheden. Reinig de sensoren en de trommel met een inoxreinigingsmiddel.

Heb je al deze tips gevolgd en is je wasgoed toch nog niet droog genoeg? Misschien is de omgevingstemperatuur dan het probleem. Bij minder dan 15°C duurt het langer om wasgoed te drogen. Boven de 25°C kan je droogkast dan weer oververhit raken. Is het probleem nog altijd niet opgelost? Contacteer ons..

Haal je wasgoed zo snel mogelijk uit de droogkast na afloop van het programma. Want je kledij absorbeert het restvocht en kan daardoor onfris gaan ruiken. Laat het wasgoed dus niet te lang liggen of open in elk geval meteen de deur van de droogkast.

Onze oplossingen?

• Was je kledij opnieuw met een kort wasprogramma.
• Verander van wasmiddel en/of wasverzachter.
  
• Gebruik een parfumdoekje.
  
• Er bestaan ook toestellen met parfuminjectie.

Laat de deur van de droogkast na gebruik altijd open staan. Zo verdwijnt de resterende vochtige lucht en vermijd je onfrisse geurtjes!

Tafellakens of bedlakens raken weleens verstrengeld in de droogkast of vormen een bol waarin ander wasgoed vast komt te zitten. Resultaat: de was is nog vochtig.
In plaats van de lakens opgerold in de droogkast te steken, vouw je ze beter eerst op.

Ook kussenslopen zitten na afloop vaak vol kousen, washandjes, enzovoort.

In sommige droogkasten wisselt de draairichting tijdens het drogen. Zo raakt het wasgoed niet verstrengeld en droogt alles gelijkmatig.